Skiffhead, een historische afstand
De eerste editie van de Skiffhead, toen nog “Lange-afstand-skiff-wedstrijden op de Amstel”, vond plaats op 28 oktober 1951. De wedstrijd voor de skiff vormde een passende aanvulling op het programma van de “Head of the River Amstel” die als langebaanwedstrijd in 1933 was gestart voor vieren en achten. In de kleedkamers moet de wedstrijd al snel de “Skiffhead” zijn genoemd, want de huidige naam vond vanaf 1961 steeds breder zijn ingang.
Voor de wedstrijd in 1951 verschenen zeven boten aan de start ter hoogte van buitenplaats Oostermeer in Ouderkerk aan de Amstel en de overwinning ging naar David “Dop” Logger (1915-2005) van roeivereniging Poseidon. De winst voor een roeier van Poseidon had symbolische waarde, omdat het nieuwe clubgebouw van De Hoop werd neergezet op de plaats waar voor de oorlog Poseidon was gevestigd. De nieuwe loodsen en sociëteit waren in 1951 nog in aanbouw en daarom finishte de eerste Skiffhead niet aan de Weesperzijde, maar reeds na 6.000 meter in de Omval.
De eerste editie van de Skiffhead eindigde op de plaats waar vanaf 1886 de start lag voor de wedstrijden van het zogenaamde Championnaat, een kortebaanwedstrijd over 2.000 meter vanuit de Omval naar De Hoop, die toentertijd ter hoogte van De Ysbreeker was gevestigd. Het Championnaat werd vanaf 1912 de Holland Beker genoemd en nadat de internationale roeibond de Amstel in 1928 had afgekeurd als wedstrijdwater, verhuisde deze wedstrijd naar de Ringvaart bij Sloten om uiteindelijk in 1938 op het stille bassin van de Bosbaan neer te strijken. Alleen de langeafstandsroeiers en andere liefhebbers trotseren nog altijd de Amstel als een levende rivier.
De Skiffhead werd vanaf de tweede editie met een groot deel van de oude skiffbaan verlengd en eindigde sindsdien bij de ornamentale wherrypunt aan het gebouw van De Hoop. De wherrypunt is later bij een verbouwing verwijderd, maar sinds de nieuwe onthulling in 2022 kan de skiffeur de punt net na de finish weer vanaf het water weer ontwaren in de glazen entree van het gebouw. De lengte van de baan van de Skiffhead is 7.500 meter, hoewel de roeier daarop enige invloed kan uitoefenen door goed te sturen. De afstand van de Skiffhead lijkt min of meer toevallig te zijn ontstaan als de afstand tot de herkenbare buitenplaats Oostermeer en het gebouw van De Hoop.
Wie nog steeds denkt dat deze afstand min of meer toevallig is, moet maar eens letten op de monumentale obelisk die de skiffeurs in Amstelveen na ongeveer 1,5 kilometer passeren. De stenen zuil, die door roeiers gewoonlijk De Naald wordt genoemd, markeert sinds 1624 een sinds de middeleeuwen bestaande ban van de stad Amsterdam. De mijlpaal staat op één geografische mijl van Snellius gemeten langs de Amsteldijk vanaf de Weteringschans (Sarphatistraat), waar ook de oorspronkelijke loods van De Hoop stond. De limiet diende om sociaal ongewenste personen wegens kleinere vergrijpen, bijvoorbeeld bedrog op de jaarmarkt of belediging van de Franse koning in geschrift, uit de stad te verbannen. Iedere skiffeur, want wie wordt nooit beschuldigd van enige irritatie van anderen, tart zijn sociale lot in termen van diversiteit, gelijkheid en inclusie door zich voor de Skiffhead over de gevreesde banlimiet te begeven en vervolgens zo snel mogelijk terug te willen roeien.
Uiteindelijk wedijveren de ware skiffeurs niet met elkaar, maar meten zij zich in een ongelijke strijd met de zon, die de afstand van de Skiffhead door de omwenteling van de aarde in een luttele zestien seconden langs de evenaar aflegt. De individuele skiffeur, zowel man als vrouw, doet over die afstand algauw dertig minuten of meer en dat betekent dat de zon die bij de startlijn boven de Amstel stond, al bijna weer op het punt staat om Ierland te verlaten, wanneer de skiffeur de wherrypunt bij de finish nadert. We zijn groot in diversiteit, individualiteit en verbondenheid, maar we zijn klein in kracht, betekenis en snelheid, zelfs hier op aarde.
In werkelijkheid is de afstand echter van grote historische waarde en komt overeen met geografische mijl van Willebrord “Snellius” Snel van Royen (1580-1626). Bij zijn berekeningen om de omvang van de aarde te bepalen definieerde hij de geografische mijl als één-vijftiende van een graad van de aardse grootcirkel. Zijn definitie leeft nog voort in de zeemijl als een seconde van de booggraad, waarbij er dus vier zeemijlen in één geografische mijl gaan. De meter is oorspronkelijk zo gedefinieerd dat er 10.000 kilometers passen in een kwart van de aardse grootcirkel en daarmee is de geografische mijl ongeveer 7.408 meter lang.
De geografische mijl was de afstand voor roeiwedstrijden zoals die vanaf 1846 op initiatief van prins Hendrik door de Nederlandsche Yacht Club werden uitgeschreven. De afstand komt overeen met de oudst gedocumenteerde roeiwedstrijd voor professionele éénmansboten in Londen, namelijk de Doggett’s Coat and Badge die sinds 1715 een gedocumenteerde lengte van vier Romeinse mijlen en vijf ploegvoren had en tegenwoordig door de organisatie zelf wordt beschreven als 7,4 kilometer lang. De wedstrijd op de Theems heeft de halve getijstroom mee en wordt traditioneel geroeid in 25 tot 30 minuten. De deelnemers van de Skiffhead leveren dus met tijden tussen de 27 en 40 minuten op een zachtjes afstromende Amstel een klassieke inspanning op een historische afstand.